3 vragen aan Catherine Ruys over het schepenambt
Catherine Ruys, een van de auteurs van het handboek ‘Hoera ik ben schepen’, geeft haar visie over waarom het schepenambt zo bijzonder is.
Waarom is het schepenambt volgens u zo bijzonder?
Een schepen is en blijft natuurlijk een gewone burger, maar dan wel een burger met een buitengewone opdracht. Via een schepenambt kan men werkelijk iets betekenen voor de lokale gemeenschap, je kan het verschil maken. En de impact die je hebt kan groot zijn, sommige beslissingen staan immers zeer dicht bij de dagelijkse leefwereld van je inwoners.
Waar moet een schepen speciale aandacht voor hebben? Meer of minder in tegenstelling tot vroeger?
Ik denk dat in vergelijking met pakweg enkele legislaturen geleden, de vakkennis en de expertise waarover een schepen moet beschikken, belangrijker zijn geworden. Niet alleen omdat het ambtelijk apparaat zich professioneel versterkt heeft, maar ook omdat zowel de inhoud als het besluitvormingsproces complexer zijn geworden. Die kennis is nodig om het beleidsproces inhoudelijk mee te voeden en om kwalitatieve beslissingen te nemen.
Hoe draagt de publicatie ‘Hoera, ik ben schepen’ bij tot een succesvol mandaat?
Deze publicatie is ontstaan omdat er op het vlak van kennisdeling voor schepenen eigenlijk heel weinig bestond. Je moest het eigenlijk allemaal zowat een beetje zelf ontdekken, of geïnformeerd worden door de voorganger, door de ambtenaar of zich richten tot VVSG.
Deze publicatie betracht om via vraag en antwoord, een aantal principes en praktische zaken neer te zetten waar je als beginnend schepen een houvast aan hebt. Bovendien bieden we een actuele en vrij volledige inventaris van alle nuttige bronnen, netwerken, sites en vakverenigingen per beleidsthema. Daarmee bestrijken we de 30 meest frequente bevoegdheden. Dat is niet alleen interessant voor je eigen bevoegdheidsdomeinen, maar ook voor een inkijk in het domein van je collega-schepenen. Het College is tenslotte een collegiaal orgaan.